Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, [69]een ziel [70]van den dood zal [71]behouden, en menigte [72]der zonden zal [73]bedekken. 69. Namelijk des dwalenden; Jud.:23. 70. Namelijk van den eeuwigen dood. 71. Namelijk als een werktuig zijnde van deze behoudenis. Zie dergelijke 1 Tim.4:16. 72. Namelijk des afgedwaalden. 73. Dat is, zal het daartoe brengen, dat God de zonden des afgedwaalden bedekken en hem niet toerekenen zal; en ook dat zijn zonden bij de mensen vergeten en vergeven zullen worden.